Oplaslegeringen
Een hogere hardheid  betekent niet altijd een grotere slijtageweerstand of een langere levensduur.  Verschillende legeringen mogen dan wel nagenoeg dezelfde hardheid hebben, doch  verschillen aanzienlijk in hun slijtage eigenschappen. Veel hardoplaslegeringen  verkrijgen hun goede slijtbestendige eigenschappen door zeer harde carbiden  welke verdeeld zijn over een zachtere matrix. De abrasieve slijtbestendigheid  hangt af van de combinatie van zowel hardheid en microstructuur van de  legering. De microstructuur varieert naar gelang het aandeel carbiden in de  legering. De legeringen met de hardste en meest evenredig verdeelde carbiden  vertonen de beste weerstand tegen abrasieve slijtage. 
Om de beste  resultaten te boeken met het hardoplassen moet de gebruiker aangeven met welk  type slijtage hij te maken heeft om een goede keuze te bepalen van de  oplaslegering. Daarna moet hij de typen legering, hun eigenschappen,  beschikbaarheid, productiviteit en de daarmee verbonden kosten in overweging  nemen om tot een uiteindelijke beslissing te komen. 
1. Martensitische legeringen.  
-1.1. Laaggelegeerde martensieten.  
Martensiet is een  harde microstructuur welke in staal ontstaat in combinatie met een snelle  afkoeling. Daar martensitische legeringen luchthardend zijn, speelt de  afkoelsnelheid een belangrijk rol in de uiteindelijke hardheid. Grotere  afkoelsnelheden resulteren in hogere hardheden. 
Martensitische legeringen  zijn erg populair en worden gekenmerkt door een relatief lage prijs. Het  neergesmolten metaal bevat naast koolstof, verschillende gehalten aan chroom,  molybdeen, nikkel en soms vanadium. 
Molybdeen en nikkel  bevorderen de vorming van een martensitische of bainitische structuur en leiden  tot hogere hardheden van de matrix. Chroom, molybdeen en vanadium vormen  carbiden welke verdeeld over deze matrix voorkomen. 
Laaggelegeerde  martensitische legeringen worden in eerste instantie gebruikt voor het opbouwen  op koolstof- en laaggelegeerde staalsoorten. Hun relatief grote weerstand tegen  deformatie, hun sterkte en goede weerstand tegen slijtage van glijdend metaal  op metaal maakt hen geschikt voor het opbouwen van componenten tot hun  originele maat, voor bufferlagen onder hoger gelegeerde hardoplassingen of voor  toepassing van metaal op metaal slijtage. 
In tabel 1 zijn een aantal typisch voorkomende  laaggelegeerde martensitische oplaslegeringen weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling    neergesmolten lasmetaal    | 
              Hardheid  | 
            |||||||
SMAW  | 
              TIG/MIG (1)  | 
              FCAW  | 
              C  | 
              Mn  | 
              Si  | 
              Cr  | 
              Mo  | 
              Ti  | 
              HB  | 
            
UTP DUR 250  | 
              UTP A DUR 250  | 
              SK 250-G  | 
              < 0,3  | 
              < 1,5  | 
              < 1,0  | 
              < 1,0  | 
              -  | 
              (< 0,2)  | 
              250  | 
            
UTP DUR 300  | 
              -  | 
              SK 300-G  | 
              < 0,2  | 
              < 1,5  | 
              < 1,9  | 
              < 1,5  | 
              -  | 
              -  | 
              300  | 
            
UTP DUR 350  | 
              UTP A DUR 350  | 
              SK 350-G  | 
              < 0,25  | 
              < 1,5  | 
              < 1,0  | 
              < 2,0  | 
              (< 0,5)  | 
              (0,2)  | 
              350-400  | 
            
UTP DUR 400  | 
              -  | 
              SK 450-G  | 
              < 0,30  | 
              < 1,5  | 
              < 1,0  | 
              < 2,8  | 
              < 0,6  | 
              -  | 
              450-500  | 
            
-  | 
              -  | 
              SK 500-G  | 
              0,27  | 
              1,35  | 
              0,8  | 
              5,0  | 
              0,6  | 
              -  | 
              Ca. 520  | 
            
UTP DUR 600  | 
              UTP A DUR 600  | 
              SK 600-G  | 
              0,5  | 
              < 1,70  | 
              < 3,0  | 
              < 9,0  | 
              < 1,0  | 
              < 0,15  | 
              Ca. 600  | 
            
(1)  massieve draden 
            -1.2.  Hooggelegeerde martensieten.  
          Deze martensieten worden gekenmerkt door een hoger  koolstofgehalte in combinatie met een verhoogd gehalte aan legeringselementen.  Dit geeft duidelijk betere hardheden in de “als gelaste” toestand. Zij kunnen  worden beschouwd als gereedschapsstaalsoorten die per definitie worden gebruikt  om metalen te bewerken. Zij bieden een goede weerstand tegen metaal op metaal  slijtage en kunnen gebruikt worden voor temperaturen tot ca. 500° C. 
          In tabel 2 zijn een aantal typisch voorkomende  hooggelegeerde martensitische oplaslegeringen  weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling neergesmolten    lasmetaal    | 
              Hardheid  | 
            ||||||||
SMAW  | 
              TIG/MIG (1)  | 
              FCAW (2)  | 
              C  | 
              Cr  | 
              Mo  | 
              Nb  | 
              Ti  | 
              W  | 
              V  | 
              HRc  | 
            
UTP DUR 650 Kb  | 
              UTP A DUR 650  | 
              SK 650-G  | 
              < 0,50  | 
              < 7,0  | 
              < 1,5  | 
              (< 0,5)  | 
              -  | 
              < 1,3  | 
              < 0,3  | 
              Ca. 60  | 
            
UTP 694 (73G3)  | 
              UTP A73G 3  | 
              SK D8-G  | 
              < 0,3  | 
              < 5,0  | 
              < 4,0  | 
              -  | 
              -  | 
              < 4,0  | 
              < 0,6  | 
              40-45  | 
            
UTP 73G 2  | 
              UTP A73G 2  | 
              SK D12-G  | 
              < 0,4  | 
              < 9,0  | 
              2,8  | 
              < 2,8  | 
              -  | 
              < 0,3  | 
              -  | 
              53-58  | 
            
UTP 690  | 
              -  | 
              SK D20-G  | 
              < 1,3  | 
              4,5  | 
              < 8,0  | 
              < 2,5  | 
              -  | 
              < 2,0  | 
              < 1,2  | 
              Ca. 60  | 
            
-  | 
              -  | 
              SK 258L-O  | 
              < 0,3  | 
              < 6,0  | 
              < 1,6  | 
              -  | 
              -  | 
              < 1,5  | 
              -  | 
              47  | 
            
COMET 258 S  | 
              -  | 
              SK 258-O  | 
              < 0,5  | 
              < 6,0  | 
              < 1,6  | 
              -  | 
              -  | 
              < 1,5  | 
              -  | 
              56  | 
            
(COMET 258 NbC)  | 
              -  | 
              258 TiC-O  | 
              < 1,6  | 
              6,0  | 
              1,5  | 
              (8,0)  | 
              4,9  | 
              (1,5)  | 
              -  | 
              57  | 
            
(1) massieve  draden                         
          (2)  gevulde draden kunnen meestal als open-arc (-0), gas (G) of OP (-S) draden  geleverd worden. 
          -1.3.  Martensitisch roestvast staal  
Dit type roestvast staal bevat tot ca. 0,5% koolstof en 18%  chroom met eventueel kleine toevoegingen aan andere elementen zoals nikkel.  Deze groep legeringen vertoont een uitstekende weerstand tegen thermische  schokken, goede weerstand tegen metaal op metaal slijtage en een redelijke weerstand  tegen corrosie. 
In tabel 3 zijn een aantal typisch voorkomende  martensitische roestvast staal oplaslegeringen  weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling neergesmolten lasmetaal (typisch, %)  | 
              Hardheid  | 
            |||||
SMAW  | 
              TIG/MIG(1)  | 
              FCAW (2)  | 
              C  | 
              Cr  | 
              Ni  | 
              Mo  | 
              HRc  | 
            
FOX CN 13/4 (Supra)  | 
              CN 13/4-IG  | 
              SK 13Cr4Ni-G  | 
              < 0,05  | 
              < 13  | 
              < 4,0  | 
              -  | 
              Ca. 40  | 
            
FOX KW 10  | 
              Th. 14 K Si  | 
              SK 410C-G  | 
              < 0,08  | 
              < 14  | 
              (0,4)  | 
              -  | 
              Ca. 40  | 
            
-  | 
              -  | 
              741-G  | 
              0,07  | 
              12,3  | 
              5,3  | 
              0,9  | 
              43  | 
            
-  | 
              -  | 
              420-O  | 
              0,42  | 
              13,0  | 
              -  | 
              0,3  | 
              54  | 
            
(1) massieve draden                         
          (2)  gevulde draden kunnen meestal als open-arc (-0), gas (G) of OP (-S) draden  geleverd worden. 
  3.2.  Austenitische mangaanlegeringen.  
          Legeringen welke bij  kamertemperatuur een austenitische structuur bezitten noemt men austenitische  legeringen. De meest gangbare legeringen bezitten tussen 0,5 en 1,0% koolstof  en hebben voldoende mangaan (> 13%) wat bij kamertemperatuur een austeniet  structuur geeft. Let op: deze structuur is zacht en taai en heeft de eigenschap  dat de hardheid toeneemt bij koudversteviging 
          Verbrossing is een  groot probleem van de austenitische structuur, welke wordt verkregen door  waterafkoeling vanaf de austeniteertemperatuur. Door het heropwarmen van deze  legeringen veranderd de metastabiele austenitische structuur (lees: afname van  de taaiheid) , mede hierom moet de warmte-inbreng tijdens het lassen laag  worden gehouden. 
          De hardheid van het  neergesmolten lasmetaal bedraagt ca. 200 HB. Dit betekent dat in de “als  gelaste” toestand de abrasieve slijtageweerstand zeer gering is. Wanneer het  schuren is gecombineerd met stoten, treedt er een oppervlakteharding op tot ca.  50 HRc, waardoor de abrasieve slijtageweerstand toeneemt 
          Austenitische  mangaanhardoplaslegeringen doen het goed op delen die zware stootbelasting  moeten verdragen. Zij worden veelvuldig gebruikt voor het oplassen van  onderdelen van roterende brekers, tongen van spoorwegwissels,  mijnbouwapparatuur, grondverzetmachines, enz. 
          Andere austenitische  legeringen bevatten ongeveer evenveel mangaan als chroom, soms met een kleine  hoeveelheid nikkel toevoeging. Chroom verbetert de abrasieve slijtage en  verhoogd de corrosiebestendigheid. 
          Opgelaste legeringen  met deze austenitische structuren zijn taai en koudverstevigend. Zij leveren  een uitstekende weerstand op tegen stootbelasting en een redelijke abrasieve  slijtbestendigheid die verbeterd wordt door koudversteviging. 
          In tabel 4 zijn voorbeelden van austenitische legeringen  weergegeven 
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling neergesmolten lasmetaal (typisch, %)  | 
              Hardheid  | 
            |||||||
SMAW  | 
              TIG/MIG (1)  | 
              FCAW (2)  | 
              C  | 
              Mn  | 
              Cr  | 
              Ni  | 
              Mo  | 
              A.W (HB)  | 
              W.H (HRc)  | 
            
UTP BMC  | 
              -  | 
              SK AP-O  | 
              < 0,6  | 
              16,5  | 
              < 14  | 
              
  | 
              -  | 
              200  | 
              > 45  | 
            
UTP 7200  | 
              -  | 
              SK 218-O  | 
              < 1,1  | 
              < 15,0  | 
              < 4,5  | 
              < 4,0  | 
              -  | 
              210  | 
              45  | 
            
FOX A7-A  | 
              THERMANIT X  | 
              SK 402-O   | 
              < 0,1  | 
              < 7,0  | 
              < 19,0  | 
              < 9,0  | 
              -  | 
              180  | 
              45  | 
            
(1) massieve  draden                         
          (2)  gevulde draden kunnen meestal als open-arc (-0), gas (G) of OP (-S) draden  geleverd worden. 
  -3. Hoog chroomhoudende ijzer  legeringen.  
          Als men aan gietijzer  het element chroom (< 35%) toevoegd, verkrijgt men een gietlegering welke  chroomcarbiden bevat. Deze carbiden zijn verdeeld over de neergesmolten matrix.  Zij zijn veel harder dan deze matrix en geven een uitstekende weerstand tegen  abrasieve slijtage. Hoog chroomhoudende legeringen zijn een “must” wanneer  abrasieve slijtage de hoofdslijtfactor vormt 
          Bij de  laag-koolstofhoudende legeringen is het aantal carbiden gering in vergelijking  tot de matrix waarin zij zijn ingebed. Deze legeringen vertonen een goede  abrasieve slijtage weerstand met een redelijk goede taaiheid. Deze legeringen  worden gebruikt daar waar een combinatie van weerstand tegen abrasieve slijtage  en stotende belasting optreedt. Indien het koolstofgehalte toeneemt, neemt ook  de weerstand tegen abrasieve slijtage toe, terwijl de taaiheid afneemt. 
          Hoge chroomgehalten  geven een goede weerstand tegen scaling bij verhoogde temperaturen en behouden  de hardheid tot ca. 650°C.  Ondanks hun hoge chroomgehaltes zijn deze legeringen niet corrosievast doordat  zij ook grote hoeveelheden koolstof bevatten waardoor de chroom gebonden wordt  tot chroomcarbiden. 
          Hoog chroomhoudende  legeringen kunnen worden opgelast op koolstof staal, laaggelegeerd staal,  austenitisch mangaanstalen en gietijzer. 
          In  tabel 5 zijn een aantal typisch voorkomende hoog chroomhoudende  oplaslegeringen  weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling    neergesmolten lasmetaal    | 
              Hardheid  | 
            |||||||||
SMAW  | 
              FCAW (1)  | 
              C  | 
              Cr  | 
              Mo  | 
              Nb  | 
              W  | 
              V  | 
              B  | 
              Ni  | 
              Co  | 
              HRc  | 
            
UTP Ledurit 60  | 
              SK 255-O  | 
              < 4,5  | 
              < 29  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              (0,5)  | 
              -  | 
              -  | 
              60  | 
            
UTP Ledurit 61  | 
              SK 785-O  | 
              < 5,0  | 
              35  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              
  | 
              
  | 
              60  | 
            
ABRASODUR 43+  | 
              SK A43-O  | 
              5,6  | 
              20,8  | 
              -  | 
              6,7  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              64  | 
            
UTP Ledurit 65  | 
              SK A45-O  | 
              5,7  | 
              < 23  | 
              6,5  | 
              < 6,5  | 
              2,0  | 
              < 1,5  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              63  | 
            
ABRASODUR 46  | 
              SK A46-O  | 
              5,0  | 
              21,3  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              5,3  | 
              9,1  | 
              61  | 
            
ABRASODUR 40  | 
              SK A40-O  | 
              4,5  | 
              21,0  | 
              6,4  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              -  | 
              59  | 
            
-  | 
              SK A70-O  | 
              2,7  | 
              15,5  | 
              -  | 
              5,4  | 
              -  | 
              -  | 
              2,0  | 
              -  | 
              -  | 
              66  | 
            
(1)    gevulde draden kunnen meestal als open-arc (-0), gas (G) of OP (-S) draden  geleverd  worden.            
            -4. Wolframcarbiden 
          Wolframcarbiden kunnen eigenlijk niet beschouwd worden als  een legering doch meer als een compound, bestaande uit wolframcarbiden gebed in  een matrix van ijzer, cobalt of nikkel. Wolframcarbiden zijn zeer hard (> 70  HRc) en hebben een extreem goede weerstand tegen abrasieve slijtage doch een  zeer slechte weerstand tegen stoten. Typische toepassingsvoorbeelden zijn  snijranden van boorgereedschap, tanden van graafbakken, zandzuigers of  onderdelen voor de verwerking van kolen. Afhankelijk van de aard en de hardheid  van de grondstoffen welke men in de praktijk tegenkomt, kan men kiezen uit  carbiden van verschillende grootte, variërend van 200 tot 8 mesh. 
          In tabel 6 zijn een aantal typisch voorkomende  wolframcarbide oplaslegeringen  weergegeven:  
Toevoegmateriaal  | 
              Samenstelling    neergesmolten lasmetaal    | 
              Hardheid  | 
            |||||||
SMAW  | 
              TIG  | 
              FCAW  | 
              C  | 
              Cr  | 
              CrC  | 
              W  | 
              W(2)C  | 
              Ni / Fe / NiCrB(Si)  | 
              HRc  | 
            
UTP 75  | 
              A DUR W 80 Ni  | 
              -  | 
              
  | 
              
  | 
              10  | 
              
  | 
              70  | 
              Balans Fe  | 
              60-70  | 
            
  | 
              UTP A 7550  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              60  | 
              Balans NiCrBSi  | 
              60-70  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 900-O  | 
              3,3  | 
              3  | 
              
  | 
              49  | 
              
  | 
              Balans Fe  | 
              60-70  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 900Ni-G  | 
              3  | 
              3  | 
              
  | 
              50  | 
              
  | 
              Balans NiCrB  | 
              60-70  | 
            
3.5.  Legeringen op basis van cobalt. 
        Het ternaire diagram  van deze Cobalt-Chroom-Wolfram oplaslegeringen worden voor de non-ferro legeringen  het meeste gebruikt. De cobalt legeringen hebben zich bewezen voor onderdelen  welke een gecombineerde weerstand moeten bieden tegen hitte, corrosie en  slijtage . Echter vanwege hun hoge kosten worden zij vooral in speciale  toepassingen gebruikt waar hun unieke eigenschappen economisch verantwoord  zijn. 
De cobalt  hardoplaslegeringen bevatten tussen de 25 en 35% chroom. Hun hardheid is  afhankelijk van het koolstofgehalte. De vorm van de carbiden, verdeling en het  volume aandeel ervan zijn afhankelijk van het type legering en de techniek van  het oplassen. 
Legeringen op basis  van cobalt worden vaak gebruikt voor hoge temperatuurtoepassingen. Tevens  bieden ze ook een goede weerstand van algehele tot lage spannings abrasieve  slijtage en zijn in staat een bepaalde mate van stootbelasting op te nemen.  Afhankelijk van de legering worden ze ook ingezet  bij metaal op metaal  slijtage, corrosie en oxidatie 
Hitte heeft weinig  invloed op deze legeringen. Deze legeringen behouden de sterkte van  kamertemperatuur tot ca. 650°C,  oxidatieweerstand tot ca. 1000°C 
Cobaltbasis  legeringen worden o.a. toegepast bij energie centrales waar sprake is van  verhoogde temperatuur en in de chemische procesindustrie waar sprake is van  algehele slijtage en corrosie 
In tabel 7 zijn een aantal typisch voorkomende cobalt basis  oplaslegeringen  weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Type samenstelling neergesmolten lasmetaal  | 
              Hardheid  | 
            ||||||||
SMAW  | 
              TIG  | 
              FCAW  | 
              C  | 
              Cr  | 
              W  | 
              Ni  | 
              Mo  | 
              Fe  | 
              Co  | 
              HRc  | 
            
UTP CELSIT 701  | 
              UTP A CELSIT 701N  | 
              SK Stelkay 1-G  | 
              2,0  | 
              26,5  | 
              11,5  | 
              -  | 
              -  | 
              3  | 
              rest  | 
              52  | 
            
UTP CELSIT 706  | 
              UTP A CELSIT 706V  | 
              SK Stelkay 6-G  | 
              0,8  | 
              26,5  | 
              4,7  | 
              -  | 
              -  | 
              3  | 
              rest  | 
              39  | 
            
-  | 
              -  | 
              SK Stelkay 6-AG  | 
              1,1  | 
              26,5  | 
              3,5  | 
              -  | 
              -  | 
              3  | 
              rest  | 
              42  | 
            
UTP CELSIT 712  | 
              UTP A CELSIT 712 SN  | 
              SK Stelkay 12-G  | 
              1,4  | 
              27,0  | 
              7,5  | 
              -  | 
              -  | 
              3  | 
              rest  | 
              46  | 
            
UTP CELSIT 721  | 
              UTP A CELSIT 721  | 
              SK Stelkay 21-G  | 
              0,3  | 
              27,5  | 
              -  | 
              2,4  | 
              4,6  | 
              3  | 
              rest  | 
              33  | 
            
UTP 7010  | 
              -  | 
              SK Stelkay 25-G  | 
              0,018  | 
              21,0  | 
              15,0  | 
              10,0  | 
              -  | 
              3  | 
              rest  | 
              180HB  | 
            
-6.  Legeringen op basis van nikkel. 
          Legeringen  op basis van nikkel hebben in vergelijk met legeringen op basis van ijzer, voor  wat betreft de matrix, een betere sterkte op hoge temperatuur. Zij worden soms  gebruikt als een goedkoper alternatief voor legeringen op basis van cobalt. Het  element Borium bepaald de sterkte in deze groep. De matrix bestaat dus uit  nikkel met harde chroomboride die de slijtagebestendigheid bepaald. Ze zijn  bestand tegen abrasieve- en metaal op metaal slijtage. Toepassingen zijn  machine onderdelen die een nabewerking van de oplaslegering vereisen, zoals  pompen en kleppen 
          In tabel 8 zijn een aantal typisch voorkomende nikkle basis  oplaslegeringen weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Type samenstelling neergesmolten lasmetaal  | 
              Hardheid  | 
            ||||||||||
SMAW  | 
              TIG/MIG (1)  | 
              FCAW (2)  | 
              C  | 
              Mn  | 
              Si  | 
              Cr  | 
              Mo  | 
              B  | 
              Fe  | 
              W  | 
              Co  | 
              HB-HRc  | 
            
-  | 
              
  | 
              SK 845-G  | 
              0,4  | 
              0,2  | 
              2,2  | 
              11,0  | 
              -  | 
              2,0  | 
              2,0  | 
              -  | 
              -  | 
              40  | 
            
-  | 
              
  | 
              SK 856-G  | 
              0,6  | 
              0,2  | 
              4,0  | 
              13,0  | 
              -  | 
              2,5  | 
              4,0  | 
              -  | 
              -  | 
              51  | 
            
-  | 
              
  | 
              SK 865-G  | 
              0,8  | 
              0,2  | 
              4,2  | 
              14,0  | 
              -  | 
              3,0  | 
              4,0  | 
              -  | 
              -  | 
              54  | 
            
-  | 
              
  | 
              SK U520-G  | 
              0,03  | 
              0,2  | 
              0,05  | 
              18,5  | 
              5,0  | 
              -  | 
              -  | 
              1,0  | 
              11,5  | 
              200  | 
            
UTP 776 Kb  | 
              UTP A 776  | 
              SK Tool Alloy C-G  | 
              < 0,05  | 
              1,0  | 
              0,25  | 
              16,0  | 
              16,0  | 
              -  | 
              < 7,0  | 
              < 5,0  | 
              -  | 
              200  | 
            
-  | 
              -  | 
              SK Tool Alloy Co-G  | 
              0,07  | 
              1,3  | 
              0,75  | 
              16,0  | 
              16,0  | 
              -  | 
              3,0  | 
              4,0  | 
              3,5  | 
              200  | 
            
-  | 
              -  | 
              SK U520 Co-G  | 
              0,03  | 
              0,6  | 
              0,3  | 
              18,5  | 
              Ti   | 
              Al   | 
              1,50  | 
              -  | 
              18  | 
              200  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 825 M  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              5  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              5 Al  | 
              27  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 828 M  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              8  | 
              5,5  | 
              
  | 
              5  | 
              
  | 
              5 Al  | 
              38  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 830 MF  | 
              0,04  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              B  | 
              
  | 
              34  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 840 MF  | 
              0,3  | 
              
  | 
              
  | 
              8  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              B  | 
              
  | 
              44  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 850 MF  | 
              0,4  | 
              
  | 
              
  | 
              9  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              B  | 
              
  | 
              50  | 
            
  | 
              
  | 
              SK 860 MF  | 
              0,3  | 
              
  | 
              
  | 
              15  | 
              
  | 
              
  | 
              
  | 
              B  | 
              
  | 
              60  | 
            
(1)  massieve  draden                              
          (2) gevulde  draden voor lassen met beschermgas of elektrisch draadspuiten 
  -7. Legeringen op basis van koper 
          Messing,  aluminiumbrons, fosforbrons en siliciumbrons worden gebruikt daar waar metaal  op metaal slijtage al of niet in combinatie met zeewater, cavitatie en corrosie  oplevert. Typische toepassingen zijn scheepsschroeven en lagers. 
          In tabel 9 zijn een aantal typisch voorkomende koper basis  oplaslegeringen  weergegeven: 
Toevoegmateriaal  | 
              Type samenstelling neergesmolten lasmetaal  | 
              Hardheid  | 
            ||||||
SMAW  | 
              TIG/MIG (1)  | 
              Sn  | 
              Al  | 
              Fe  | 
              Ni  | 
              Mn  | 
              Si  | 
              HB  | 
            
UTP 387  | 
              UTP A 387  | 
              -  | 
              -  | 
              0,6  | 
              30  | 
              1,8  | 
              0,4  | 
              105  | 
            
UTP 389  | 
              UTP A 389  | 
              -  | 
              -  | 
              1,5  | 
              10  | 
              1,5  | 
              < 1,6  | 
              225  | 
            
UTP 32/320  | 
              UTP A 32/320  | 
              7,0 / 12,0  | 
              -  | 
              < 0,2  | 
              -  | 
              1,2  | 
              -  | 
              110  | 
            
UTP 34 N  | 
              UTP A 34 N  | 
              -  | 
              7,5  | 
              3,0  | 
              2,6  | 
              13  | 
              0,6  | 
              220  | 
            
(1) massieve  draden        
          
            Typen slijtage 
            Oplaslegeringen
            Legeringskeuze tabel
            Invloedsfactoren bij het oplassen
            Vergelijking van verschillende toepasbare  lasprocessen